Community Abonneren
×

Roger van Boxtel (Menzis) hanteert budgetknop om substitutie te versnellen

‘Transitie zorg van tweede naar eerste lijn betekent niet dat budget een op een volgt’, zegt Roger van Boxtel van Menzis in De Eerstelijns

Menzis wil de geïntegreerde eerstelijnszorg in een stroomversnelling brengen. Roger van Boxtel, voorzitter van de raad van bestuur, beseft dat dit vraagt om een goed samenspel van belonen en sturing geven. Maar, stelt hij, het is een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid waarin van iedereen – ook het ziekenhuis en ook de verzekerde – mag worden verwacht dat hij zijn rol pakt.

Menzis publiceerde in oktober 2012 het document Naar zichtbare resultaten in de geïntegreerde eerstelijnszorg. Het legde hierin de algemene inkoopvoorwaarden vast waaraan zorgaanbieders moeten voldoen die geïntegreerde eerstelijnszorg leveren of ketenzorg met regie in de eerste lijn. ‘De ontwikkeling van geïntegreerde eerstelijnszorg leefde toen al heel erg’, zegt Van Boxtel. ‘Het idee om tot integratie te komen is al in de jaren daarvoor tot stand gekomen en wij hebben zelf ook eerstelijns centra opgezet. Hierin brachten we heel veel functies onder één dak en dit werd door onze verzekerden hoog gewaardeerd. Tegelijkertijd leidde het ook wel tot verzet onder zorgprofessionals, omdat het door een zorgverzekeraar werd opgezet. Het was een steen in de vijver die veel losmaakte. Ons was het te doen om het creëren van goed op elkaar afgestemde eerstelijnszorg, en dat idee vond op veel plaatsen in het land navolging.’

Het document uit 2012 heeft het denken over geïntegreerde eerstelijnszorg versneld, stelt Van Boxtel. ‘Diabeteszorg en ook COPD en hartfalen zijn nu echt multidisciplinair georganiseerd in de eerste lijn’, zegt hij. ‘Wat ons nu te doen staat, is de koppeling leggen naar de wijkverpleegkundige. In de krimpregio’s in Groningen worden nu bijvoorbeeld de 65-plussers in kaart gebracht en ingedeeld in drie groepen: 1. gezond vitaal, 2. thuiswonend maar kwetsbaar en dus aandacht nodig en 3. oplopend moeizaam en op de rand van intramurale zorg. Ook de specialist ouderenzorg werkt hieraan mee. Het biedt een basis om gericht beleid te ontwikkelen voor deze bevolkingsgroep, met kwaliteitsverhoging en kostenverlaging als doel.’

Die kwaliteitsverbetering en kostenreductie komt deels van gerichte preventie, maar ook deels van substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn. Van Boxtel erkent dat dit ziekenhuizen en medisch specialisten financieel raakt. ‘Dus is het zaak hierin te sturen door middel van beloning’, zegt hij. ‘Wij doen dit door de specialisten te belonen voor de ondersteuning die zij aan de eerste lijn geven, om te waarborgen dat de eerste lijn op verantwoorde wijze taken van hen kan overnemen. Maar we spreken de specialisten ook aan op hun verantwoordelijkheid. Het is cultuurhistorisch zo gegroeid dat de zorg soms op de verkeerde plaats wordt verleend, maar dat is nog geen reden om het zo te laten. We weten dat het niet werkt om simpelweg te zeggen: dertig procent van het ziekenhuisbudget kan wel naar de eerste lijn. Maar natuurlijk gebruiken we wel de budgetknop om het substitutieproces te versnellen.’