Community Abonneren
×

Tips & tricks van Minke Nieuwboer, Radboudumc, over netwerken in de eerstelijnszorg

Minke Nieuwboer, Radboudumc, over netwerken: ‘Het vraagt een tijdsinvestering, maar levert veel op’

Ooit was ze als wijkzuster een spil in de wijk, nu zet ze als adviseur integrale en transmurale zorg aan het Radboudumc netwerken neer. Eigenlijk is er dus niet zoveel veranderd, vindt Minke Nieuwboer. Vol passie vertelt zij over haar werk, en dat levert een schat aan tips op voor wie gaat samenwerken in de eerstelijnszorg.

‘Het is mooi om te zien hoe mensen gaan samenwerken.’ Minke Nieuwboer wordt gewoon enthousiast als ze netwerken ziet ontstaan of als ze daaraan mee kan helpen. ‘Werken in netwerken vraagt een investering’, zegt ze. ‘Maar die betaalt zich uit.’ Glunderend vertelt ze over een project in De Vijverhof in Berg en Dal, dat is er een in het kader van het Atelierprogramma Eerstelijnszorg dat ze begeleidde. Nieuwboer: ‘Wijkverpleegkundigen hebben alle zestig bewoners van het verzorgingshuis gescreend en vastgelegd in dossiers. Er is zo meer kennis in het huis, waardoor het niet nodig is dat de bewoners voor elk wissewasje naar een huisarts gaan. De huisartsen zijn er heel blij mee. Ze weten: als een verpleegkundige met iets komt, dan is er ook echt iets aan de hand.’

Nieuwboer houdt zich nu zo’n zeven jaar intensief bezig met de ontwikkeling van netwerken in de eerstelijnszorg in en rond Nijmegen. Het begon met Netwerk 100, dat zich richtte op zorg en welzijn voor ouderen. ‘Mijn functie was verbindingsofficier’, zo legt ze uit. ‘een soort van drijvende kracht. Ik verzorgde onderlinge communicatie, maar deed ook bestuurlijk werk en zette jaarplannen op.’ Een van de krachten van Netwerk 100 is een panel van ongeveer twaalf ouderen dat actief meedenkt en zelfs vetorecht heeft. Nieuwboer: ‘Zij bepalen mee wat zinvol is en wat niet.’ Een moeilijkheid bij het samenwerken in een netwerk is het loslaten van het “marktdenken”, vertelt ze. ‘Partijen moeten leren dat ze niet elkaars concurrent zijn. Voor werken in netwerken is vooral vertrouwen nodig. Dus je moet elkaar eerst leren kennen. Het werkt pas als er een persoonlijke klik is, je elkaars belangen kent en dat je elkaar ook iets gunt.’ En de rol van een arbiter is cruciaal, zoals het ouderenpanel in Netwerk 100. Nieuwboer: ‘Het maakt niet uit hóe jullie het gaan doen, als het maar goed gebeurd, zo stelde het panel.’

En dan werkte ze nog binnen een tweede netwerk, dat is een multidisciplinair “atelierprogramma” rondom specifieke problemen in een wijk. ‘Huisartsen zien vaak patiënten met sociale problemen zoals eenzaamheid en ze weten niet waarnaar ze moeten doorverwijzen of ze weten niet wat er gebeurt als ze dat doen.’ Nieuwboer wijst op de signaleringskaart voor eenzaamheid die uit een van de atelierprogramma’s rolde. ‘Opeens hadden huisartsen iets waar ze bepaalde patiënten naar toe konden sturen en waarvan ze wisten: hier worden ze verder geholpen.’