Community Abonneren
×

Quickscreen GGZ is belangrijk, maar de professional bepaalt

Onderzoek: quickscreen GGZ nuttig, maar oordeel professional blijft belangrijk.

Een online screening voor patiënten die zich melden met psychische klachten kan goed werken als beslisondersteuning. Zo blijkt uit een pilot die Het Huisartsenteam deed met een systeem van TelePsy. Leon Vogels, huisarts in Rijsbergen en kaderarts GGZ in opleiding, deed onderzoek naar de pilot. Zijn conclusie: het is een prachtig middel, maar niet valide als beleidsinstrument. Daarvoor is het oordeel van de huisarts en dat van de POH-GGZ als casemanager te belangrijk.

Een huisarts heeft voor het eerste consult voor een patiënt die zich meldt met psychische klachten ongeveer tien tot twintig minuten. Dan is de kans groot dat je iets over het hoofd ziet of dat zaken onderbelicht blijven. Een screeningsinstrument is een goed middel om dat te ondervangen, vindt Het Huisartsenteam. De zorggroep maakt gebruik van de Quickscreen van TelePsy. “De online lijst wordt met name ingezet als blijkt dat een patiënt GGZ-hulp nodig heeft die verder gaat dan de behandelkamer van de huisarts”, legt Vogels uit. “Direct na het eerste consult wordt de vragenlijst verstuurd. Dat verhoogt de respons enorm. De patiënt maakt vervolgens een afspraak met de POH-GGZ. Aan de hand van de screeningslijst kijkt die welke punten belangrijk zijn en welke minder.” Zo wordt de lijst genuanceerd en desgewenst aangepast. Er ontstaat een ‘gewogen’ probleemlijst en gewogen echelonadvies. Op basis daarvan kijkt de POH-GGZ of er zorg nodig is, welke geschikt is en als nodig naar welk echelon wordt doorverwezen.

Onderzoek

Het afgelopen jaar hebben ongeveer vierduizend patiënten zich bij Het Huisartsenteam gemeld met psychische klachten. “Bij ongeveer zestig tot zeventig procent is TelePsy ingezet”, vertelt Leon Vogels. In het kader van zijn opleiding tot kaderarts GGZ voerde hij een jaar lang onderzoek uit naar de toepasbaarheid van het echelonadvies uit de Quickscreen. Van TelePsy kreeg hij maandelijks de oorspronkelijke uitslagen van de screening en van Care2U de problemen en het bijbehorend echelonadvies na nuancering uit het keteninformatiesysteem. Vogels: “Deze gegevens heb ik vergeleken met de werkelijke zorg die is aangeboden.” Zijn conclusie: het echelonadvies louter op basis van de Quickscreen heeft een matige voorspellende waarde. Het adviseert altijd in een hoger echelon dan waarin de zorg daadwerkelijk wordt aangeboden. Het gewogen advies na gesprek met een POH-GGZ komt dichter in de buurt, hoewel ook dan de correlatie matig is.

Auteur: Leendert Douma