Community Abonneren
×

Welk meetinstrument voor welke COPD-patiënt?

Welk meetinstrument voor welke COPD-patiënt? Antwoorden van NHChavannes, hoogleraar Huisartsgeneeskunde.

De COPD-ziektelastmeter, die de afgelopen jaren is ontwikkeld en deze zomer enthousiast werd omarmd door de Long Alliantie Nederland (LAN), wordt naar verwachting op korte termijn in alle HIS’en geïntegreerd. Maar er bestaat ook sinds 2005 een ander COPD-meetinstrument: het Nijmegen Clinical Screening Instrument (NCSI). Hoe verhouden beide meetinstrumenten zich tot elkaar? We vroegen het professor Niels Chavannes, hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan het LUMC.

Hoe kan het dat er twee meetinstrumenten voor COPD-patiënten ontwikkeld zijn?

“Het is inderdaad heel bijzonder dat in een relatief klein land als Nederland twee van zulke mooie instrumenten zijn ontwikkeld. In de internationale context is dat redelijk ongehoord. Er zijn er twee omdat ze een andere ontstaansgeschiedenis hebben. Het NCSI is vanaf 2005 ontwikkeld door klinisch-psycholoog Jan Vercoulen vanuit de longrevalidatie van het Radboud UMC. De COPD-ziektelastmeter, in het Engels ABC-tool genoemd, is op verzoek van de LAN vanaf 2010 ontwikkeld door een landelijk onderzoeksconsortium, geleid door het Maastricht UMC+. De LAN wilde graag een praktisch instrument zodat zowel praktijkondersteuners als longverpleegkundigen echt in gesprek konden komen met de patiënt.”

Wat zijn overeenkomsten tussen beide meetinstrumenten?

“Beide meetinstrumenten omvatten zowel bio-medische als sociaal-psychologische variabelen. Ze geven de resultaten allebei ook visueel weer. De ziektelastmeter doet dat mogelijk iets toegankelijker met een scherm met rode en groene ballonnen die hoog of laag staan, waardoor de patiënt in één oogopslag kan zien op welke onderwerpen hij het goed of juist slecht doet.”

En wat zijn de verschillen?

“Het belangrijkste verschil is dat de ziektelastmeter een snel en eenvoudig meetinstrument is, terwijl het NCSI meer de diepte ingaat. Als een patiënt de ziektelastmeter heeft ingevuld, kun je zien of er iets speelt op het gebied van angst, depressie, welbevinden, moeheid, benauwdheid, et cetera. Als het NCSI wordt ingezet, dan wordt de patiënt op al deze punten nauwkeurig in kaart gebracht. Dat is ook logisch, omdat het NCSI in de longrevalidatie is ontwikkeld. In zo’n traject wil je de patiënt helemaal doorlichten. Persoonlijk denk ik dat zo’n gedetailleerde vragenlijst als het NCSI voor de gemiddelde patiënt met COPD in de huisartsenpraktijk niet nodig is. Ik weet ook niet of huisartsenzorggroepen wel bereid zijn de, op zich niet al te hoge, licentiekosten te betalen om met het NCSI te mogen werken.”

Download het artikel om het vervolg van dit vraaggesprek met Niels Chavannes te lezen.

Auteur: Elwin Lammers