Los van haar verontwaardiging en opstandig gedrag, wat de bewindvoerder mogelijk terecht kan zien als bewijs van (nog) niet zelfredzaam zijn, vraagt ze zich af of “ze allemaal rijk willen worden over haar rug”. Een opmerking geboren uit frustratie en ervaring van gevangenschap. Maar vooral verlangen naar autonomie en verlossing van alle regels van al die instanties zoveel jaren achtereen. Ze leeft nu van een uitkering, haar schulden zijn intussen betaald en nu wil ze onder het bewind uit. De bewindvoerder denkt daar anders over. Ze wil een procedure starten om de bewindvoerder te dwingen haar vrij te laten.
Niet lang daarvoor had ik een gesprek met een vrijwilliger en een beroepskracht waartussen communicatie en samenwerking over een lopende aanvraag niet goed verliepen. Zo nu en dan leek het dat de kou uit de lucht was, maar dan nam het gesprek toch weer een andere wending. Het lukte niet om duidelijk te maken waar de schoen wederzijds wrong.
Napratend met de vrijwilliger, gaf ze een treffende typering: “Hij praat in formules”. Anders gezegd: er was geen contact, geen uitwisseling. Zijn toezegging met de opbouwende kritiek aan de slag te gaan, sneed weinig hout. De verlamming van het systeem was overduidelijk. Hij opereerde en sprak als representant van dat systeem. De persoon achter de beroepskracht bleef onbereikbaar. Binnen een week ontstond er opnieuw ruis op de lijn, werd het voorbehoud van de vrijwilliger bevestigd en heeft ze besloten te stoppen met de aanvraag. Met pijn in haar hart, want het gezin dat ze ondersteunt, heeft hulp nodig.
Gisteren was ik bij een vriendin. Ze is 75 en komt uit een streng gereformeerd nest. Na het overlijden van haar man anderhalf jaar geleden, voelt ze dat ze terugvalt in een depressie. De plotselinge dood van haar negenjarig zoontje – aanrijding door een auto 35 jaar geleden – is altijd bij haar gebleven en steekt nu weer in alle hevigheid de kop op. Ze is opnieuw (of nog steeds) in de rouw, woont alleen in een groot huis vol spullen, voelt zich verlaten en ontredderd, en vraagt zich af wie ze eigenlijk is. Tijdens het eten en het gesprek daarna, valt me op hoe vaak ze in bezweringen en rituelen spreekt: “Natuurlijk gaat dat niet meer over”, “Als ik veel doe, denk ik er even niet meer aan, dan gaat het wel”, “Ik zorg heel goed voor andere mensen”, “Ik bid, dus het komt vast goed”. Ze is op zoek naar vertrouwen, naar houvast, naar bevestiging, naar een zegen van hogerhand, zou het liefst een wonder afdwingen, bevangen door pijn en bodemloos verdriet waarvoor geen plek bestaat, doordrenkt met het dogma van haar religieuze opvoeding. Een cocktail waaruit geen ontsnappen mogelijk lijkt.
Drie mensen. In mijn directe omgeving. Drie unieke belevingen en in-het-leven-staan. Drie mensen die in geen enkele generieke mal passen, door geen enkele opening van een vormenstoof kunnen, behalve die van henzelf. Drie mensen die een bestaan vertegenwoordigen dat klemt, waarvan voelbaar is dat ze het anders willen, maar dat het ze nog niet lukt om een draai te maken. Door hen wordt nog geen licht in de duisternis ervaren. Terwijl het verlangen naar dat licht zo sterk aanwezig is. Maar ze hebben geen antwoord op de zuigkracht van het drijfzand in de systeemwereld. Die structuur helpt niet.
Want we hebben de afgelopen decennia in het sociaal domein een systeem opgetuigd dat met formules, bezweringen en rituelen denkt en beweert uniform toepasbare oplossingen te bieden. We noemen het alleen anders, we vermommen het ongemak, omdat we ergens ook wel merken dat het niet werkt: stress-sensitieve gespreksvoering, maatwerk, samenkracht, impactmanagement, sociale innovatie, domeinoverstijgend werken, inclusie, diversiteit, co-creatie, transitie, omgekeerde toets, nudging, talentontwikkeling, buurtinterventies, vitaliteitstraining, meting maatschappelijk rendement, redelijkheid, billijkheid, zorgvuldigheid, evenredigheid, solidariteit.
De lijst is eindeloos. Maar het resultaat blijft hetzelfde: wanneer u niet aan onze voorwaarden voldoet, niet in ons stramien past, helpen we u niet, en dat ligt aan u, niet aan ons. Met als gevolg een mens die zich onbegrepen en ongezien voelt, geen empathie en rechtvaardigheid meer ervaart, het laatste restje vertrouwen in gemeentelijke organisaties verliest en murw geworden bij instanties uit beeld verdwijnt.
Bijzonder dat we volharden. Terwijl het systeem steeds zichtbaarder faalt. Verbijsterend dat het enige antwoord van het systeem nog meer formules, bezweringen en rituelen blijft. Die we eindeloos tegen elkaar blijven herhalen, als een mantra voor ingewijde sekteleden. Om een exclusieve wereld binnen de dagelijkse werkelijkheid te creëren, waarin we elkaar voortdurend geruststellen en overtuigen dat we het goed doen. Niet beseffend, of misschien ook wel, dat Koning Eenoog intussen net zo blind is. Dat laatste is trouwens bijzonder kwalijk. Volhouden tegen beter weten in.
Terwijl er een alternatief is, een weg die niet langer wordt bewandeld. De weg van nieuwsgierigheid en betrokkenheid. Los van de betovering en verlamming van het systeem. Ontspannen aanwezig zijn, wakker, afgestemd op helpende signalen, ondergedompeld in niet-weten, aanschouwen wat oprijst, zonder oordeel of aanname, altijd het maximaal haalbare doen. Iedere dag weer. Vanuit inspiratie en bezieling. Vanuit mededogen en dienstbaarheid. In het leven. Aan het leven. Door het leven. Voor het leven.

Column Maarten Bergman: Formules, bezweringen en rituelen
Deze week had ik een gesprek met een vrouw en een vrijwilliger over de hulpvraag die ze heeft. Ze is naar eigen zeggen vijf jaar geleden gedwongen onder bewind gekomen, na persoonlijk faillissement van haar ex-partner en jarenlang dakloos geweest te zijn. Dat bewind was nodig. Anders zou ze geen huis zou krijgen. Zegt ze. Haar nieuwe partner is in de periode van dakloosheid op straat overleden. Het trauma is bijna tastbaar.