Door Bianca Rootseart, Directeur bij Nederlandse Vereniging van Diëtisten
Geen doel op zich, maar beleidsmiddel dat zich ook financieel vertaalt. Vilans berekende dat elke euro die in zorgzame gemeenschappen wordt geïnvesteerd, minstens zes euro oplevert aan maatschappelijke waarde. Movisie liet zien dat ouderen die dankzij dorpsinitiatieven langer thuis kunnen blijven wonen, gemiddeld €38.400 per persoon besparen. De Wijkverplegingsalliantie verwacht bovendien minder zorggebruik: 15% minder wijkverpleging per cliënt en 20–30% minder ziekenhuis- en huisartsenbezoeken bij opschaling. Etc. etc.. Alle cijfers op donkergroen.
Maar hadden we dit niet al eens eerder omarmd? In de jaren ’70 zette minister Harry van Doorn, in op buurt- en emancipatieprojecten. Hij zag ze als instrumenten van democratisering: bewoners die zelf de handen ineensloegen, los van starre instituties. Zijn opvolger, minister Til Gardeniers, draaide de koers: de nadruk kwam te liggen op ordening en verantwoording. Wat begon als spontane burgerenergie, werd verstatelijkt en gevat in formats en subsidievoorwaarden. Achteraf schreven sociologen daar niet mals over, namelijk dat de logica van de staat initiatieven naar binnen trekt, totdat de ziel verdwijnt…
Dat moeten we dus niet doen, maar hoe onderdrukt de overheid de reflex om het niet te vangen in beleidsdoelen en spreadsheets., juist omdat het ook een middel is om de zorgbegroting op orde te houden? Terwijl de kracht zit in iets dat zich niet laat meten: nabijheid, vertrouwen, het emotionele dat mensen voor elkaar, soms of tijdelijk, willen doen. En politieke partijen willen weten wat er gebeurt, of het lukt en waar het geld aan wordt uitgegeven. Hoe bouwen we bestendig?
De uitdaging voor overheid en sociaal domein is dus: sturen én loslaten. Enablement met lichte handen. Zorg voor een stevige basis – financiering, infrastructuur, scholing (niet alleen leren, maar ook iets afleren!) – maar houd de ruimte open voor lokale variatie en eigen dynamiek.
Het is wel belangrijk om veel checks en balances stevig in te bouwen zodat die bijna niet te onderdrukken reflex voorkomen wordt. Er is veel aan gelegen dat de ziel er niet uitgaat. Want als het lukt, als we het echt goed doen, dan zijn al die zorgzame buurten niet alleen een goudmijn voor de zorgbegroting, maar ook voor onze samenleving als geheel en de mensen zelf. Daar wordt het allemaal veel liever van.