Community Abonneren
×

Vergoeding voor specialist ouderenzorg in de eerste lijn

Specialist ouderengeneeskunde in de Zorgverzekeringswet – wat betekent dat?

De specialist ouderengeneeskunde kan een plek krijgen in de Zorgverzekeringswet. Dat concludeert Zorginstituut Nederland na een onderzoek dat het uitvoerde in opdracht van staatssecretaris Van Rijn. Maar er zijn nog wel wat hobbels te nemen voor er aansluiting is met de praktijk. De Eerstelijns analyseert.

Wanneer de specialist ouderengeneeskunde (SO) binnen de Zorgverzekeringswet valt, kan de verzekerde aanspraak maken op vergoeding van door de SO geleverde eerstelijnszorg. Vanaf 1 januari 2018 moet dat geregeld zijn. Bij wijze van overgangsregeling geldt voor 2017 een subsidieregeling. Het Zorginstituut constateert dat door de transities vanuit de AWBZ naar Wmo en Jeugdwet niet meer goed is vast te stellen welk budget nodig is. Het is dan ook niet duidelijk of het budget voor de subsidieregeling toereikend is, maar een subsidieregime is eindig. Hoe dit wordt uitgewerkt, is nog onduidelijk. Wellicht met een bepaald productievolume voor een aanbieder, maar dan kan aan het eind van het jaar niet meer gedeclareerd worden. Of per patiënt, maar als de subsidiepot dan leeg is, houdt het ook op. De bekostiging in 2017 is dus nog niet zeker.

Tariefbeschikking per 2018

In 2017 zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een tariefbeschikking opstellen waar in 2018 mee gewerkt kan worden. Dan bestaat er recht op zorg door middel van een aanspraak. Er zijn twee mogelijkheden: een eigenstandige vergoeding van de SO of een integrale vergoeding voor een multidisciplinaire zorgprestatie. Er is inmiddels enige ervaring opgedaan met een DBC kwetsbare oudere in segment 3. De inclusie is tussen de 0,6 en 1 procent, waarbij de zorgzwaarte uiteen loopt van ZZP 6 tot en met 8. De gemiddelde kosten bedragen tussen de € 700 en € 1400 per jaar, afhankelijk van de omvang van de multidisciplinaire zorg en het feit of de patiënt of diens vertegenwoordiger bij het multidisciplinaire overleg (MDO) aanwezig is. De coördinatiekosten maken een belangrijk deel uit van de prijs. De afstemming binnen het multidisciplinaire team van huisarts, POH ouderenzorg, wijkverpleegkundige, trajectbegeleider, meekijkconsult, medicatiereview, verslavingsdeskundige, ouderen psycholoog, kost immers al flink wat moeite en dus geld. Ook kosten van gevalideerde vragenlijsten, eHealth of blended care en netwerkinformatiesysteem maken soms wel en soms niet onderdeel uit van de integrale kostprijs. Daarnaast afstemming met mantelzorgers, sociaal wijkteam, dagbesteding of dagbehandeling, woningorganisaties en welzijnsorganisaties. Ook vervangt deze DBC kwetsbare oudere alle andere somatische DBC’s, die bij deze multimorbide groep veel voorkomen. De kosten lijken hoog, maar maatschappelijk is de business case aantrekkelijk.

Auteur: Jan Erik de Wildt

Download het volledige artikel hier: