Community Abonneren
×

Dite Husselman: ‘Eerste lijn moet sturen op organisatiekracht, prikkels tot samenwerking en kennis’

Pionierster pur sang Dite Husselman blikt terug na afscheid als directeur van huisartsenorganisatie Medrie in Zwolle.

De eerste lijn staat voor een omvangrijke opdracht. Om die goed te volbrengen zijn volgens Dite Husselman organisatiekracht, kennis én prikkels tot samenwerking noodzakelijk. Ze stroopt de mouwen op. Na vijftien jaar bij huisartsenorganisatie Medrie in Zwolle neemt Husselman afscheid als algemeen directeur en vestigt zich als zelfstandig adviseur.

Jurist en socioloog Dite Husselman (59) was vijftien jaar geleden nauw betrokken bij de totstandkoming van de huisartsenposten in Zwolle, Hardenberg, Lelystad, Dronten en Emmeloord. Terwijl ze aanvankelijk niet eens volmondig had gekozen voor de gezondheidszorg. Een collega maakte haar attent op een vacature bij de toenmalige districtshuisartsenvereniging (DHV). ‘Ik was daar nog maar net begonnen, toen mijn baas me vroeg om naar een vergadering te gaan van huisartsen die een structuur wilden opzetten om samen diensten te doen. Ik vroeg me af of de zorg wel iets voor me was. Maar algauw ontdekte ik dat het vooral ging om organiseren. En dát kon ik.’

Ruim een jaar later stond de eerste huisartsenpost er al. ‘Er was geen wettelijke regeling, geen betalingstitel, geen beleidsregel, dus het was pionieren. Maar huisartsen hadden wél een enorme drive om het voor elkaar te krijgen.’ Natuurlijk klonken er sceptische geluiden, maar toch ging het snel. Dat kwam, zegt Husselman, omdat elke generatie haar eigen drijfveer had. ‘Oudere huisartsen wilden minder opgeslokt worden door hun praktijk. De middengroep had behoefte aan bewegingsvrijheid. En jongere huisartsen, onder wie steeds meer vrouwen, merkten hoe zwaar de diensten drukten op hun gezin.’

De eerste jaren ontwikkelden de huisartsenposten zich binnen een speciale afdeling van de LHV. In 2005 ontstond de Vereniging Huisartsenposten Nederland. Husselman, verbonden aan een relatief grote dienstenstructuur met vijf huisartsenposten, was er vanaf het begin bij. Natuurlijk ging het in de eerste plaats om het samen invullen van de diensten, maar Husselman zag ook bijvangst: ‘Het feit dat huisartsen bij elkaar gingen zitten, maakte ze zichtbaarder, zowel onderling als voor de buitenwereld. Door meer collegiale contacten vielen er collega’s door de mand. Het corrigerend vermogen – altijd lastig binnen de beroepsgroep – kwam op gang.’

Husselman houdt van ontwikkelen en opbouwen. ‘Toen de huisartsenposten in de regio er in 2006 stonden, vroeg ik me af: wat nu?’ Was dat haar pioniersgeest die sprak? ‘Ik heb wel veel verschillende dingen gedaan in mijn leven. Zo ben ik voor de klas begonnen, als docent geschiedenis. In de jaren tachtig ben ik rechten gaan studeren. Daardoor ben ik in de politiek terechtgekomen. In de tijd dat hogescholen gingen fuseren, werd ik ambtelijk secretaris van een medezeggenschapsraad. Dat mag pionieren heten: de medezeggenschap moest opnieuw ingeregeld worden. Daarna volgde een periode als trainer en consultant. En toen kwam de zorg. Nooit gedacht dat ik vijftien jaar zou blijven!’

Husselman vertelt met smaak hoe zich telkens nieuwe ontwikkelingen aandienden die het leuk en spannend hielden. Zo kwam in 2006 een groeiend aantal vragen op de Zwolse huisartsenpost af. ‘Mogen we die mooie protocollen van jullie gebruiken? Kunnen jullie onze waarneming regelen? Dat leidde tot de BV Zorgfacet, waar artsen tegen kostprijs verschillende diensten konden afnemen. Ook dat was weer een beetje pionieren.’