Community Abonneren
×

Het roer moet om, maar de koers niet

Het roer moet om, maar de koers niet. Reactie op het manifest Het Roer Moet Om dat door bezorgde Nederlandse huisartsen werd opgesteld en ondertekend.

De huisartsen roeren zich als reactie op alle veranderingen. De Eerstelijns volgt de beweging op de voet en steunt voor 99 procent de oproep in het manifest “Het Roer Moet Om” voor meer gelijkwaardigheid, meer vertrouwen, betere samenwerking, het terugdringen van bureaucratie en het verlenen van persoonsgerichte zorg. Er zijn maar een paar genuanceerde verschillen van inzicht. Hieronder een aantal concrete voorstellen.

Voor de basale generalistische zorg zijn de huisartsenpraktijk, de NHG-richtlijnen en -benaderingswijze essentieel. Het “gezond tenzij-principe” is een van de meest waardevolle uitgangspunten van ons zorgsysteem en draagt bij aan de kwaliteit, doelmatigheid en gepast gebruik van de zorg. De zorg richt zich met name op verzekerden met een incidentele zorgvraag. In de huidige terminologie: Segment 1-zorg. Door regionaal vooroverleg over kwaliteit en uitgangspunten kunnen gestandaardiseerde contracten, die alleen met de preferente zorgverzekeraar worden gesloten, voor meerdere jaren duidelijkheid en rust bieden. Andere zorgverzekeraars volgen. Door populatieverschillen en historische zorgstructuren kan de basishuisartsenzorg regionaal op onderdelen verschillen. Transparantie wordt verleend voor een aantal onderdelen van de S1-zorg op basis van rechtstreekse verantwoording aan de zorgverzekeraar. Verklaringen, toestemming en andere beperkende administratieve voorwaarden worden zoveel mogelijk afgeschaft. De huisarts krijgt inzicht in zijn “verbruik” en wordt geacht hiermee als professional om te gaan.

Neem het uitgangspunt high trust – high penalty volgens de toezichtprincipes van de belastingdienst: statistische afwijkingen en themacontroles. Een voorwaarde is dan wel: het moet gebaseerd zijn op de juiste cijfers en er is goed uitgevoerd datamanagement nodig. De samenwerking met andere disciplines in S1 blijft beperkt en functioneel. De huisarts lost het merendeel van de zorgvragen zelfstandig op. In omvang beperkte en vooraf afgestemde innovaties kunnen in Segment 3 worden ondergebracht om uit te kristalliseren en, indien succesvol, dan ook vanuit S1 gecontracteerd. Indien er geen andere mutaties plaatsvinden impliceert dit dat het S1-volume wordt uitgebreid. Bijvoorbeeld met online triage of specialistisch meekijkconsult. De innovatiecyclus bedraagt drie jaar, zodat er een reële mogelijkheid bestaat om toegevoegde waarde aan te tonen. Met doelmatigheidsbeloning in S3, zoals doelmatig verwijzen, voorschrijven of diagnostiek wordt terughoudend omgegaan.