Community Abonneren
×

Nieuwe palliatieve zorg-app bundelt regionale informatie

De Netwerken Palliatieve Zorg regio ’s-Hertogenbosch-Bommelerwaard en regio Oss-Uden-Veghel ontwikkelden een palliatieve zorg-app.

De Netwerken Palliatieve Zorg regio ’s-Hertogenbosch-Bommelerwaard en regio Oss-Uden-Veghel ontwikkelden een app waarin alle regionale afspraken over palliatieve zorg in één oogopslag te vinden zijn, inclusief de bijbehorende documenten.

De netwerken voor palliatieve zorg in twee Brabantse regio’s hebben heldere afspraken gemaakt over hoe de samenwerking binnen deze zorg in beide regio’s optimaal kan worden vormgegeven. Landelijke protocollen en richtlijnen en de zorgmodule palliatieve zorg vormden hiervoor het uitgangspunt en in de beide regio’s zijn voor vier thema’s samenwerkingsafspraken uitgewerkt: palliatieve sedatie, palliatieve pijnbestrijding, terminaal hartfalen en de palliatieve fase van COPD. ‘We hebben gekeken naar de vraag wat het palliatief zijn betekent voor het proces van zorgverlening’, legt Hedi ter Braak uit. Zij is programmadirecteur/coördinator Netwerken Palliatieve Zorg voor beide bovengenoemde regio’s.

Ze vervolgt: ‘Vaak betekent het intreden van de palliatieve fase bijvoorbeeld dat een andere hoofdbehandelaar in beeld komt. Hoe verloopt dan de overdracht? Moeten nieuwe medicatieafspraken worden gemaakt? Gaat het bijvoorbeeld om een patiënt met COPD en verschuift het hoofdbehandelaarschap in deze fase van de medisch specialist naar de huisarts of de specialist ouderengeneeskunde, dan moeten die wel kennis hebben over COPD en moeten er korte lijnen liggen naar de longarts en de longverpleegkundige. We hechten daarom bij patiënten in deze fase naast de papieren overdracht aan een warme overdracht, waarbij de medisch specialist zelf belt naar degene die het hoofdbehandelaarschap overneemt. Ook moet, om overleg met de tweede lijn mogelijk te houden, het dossier van de patiënt in de tweede lijn pas worden gesloten nadat de patiënt overleden is. Er kan altijd behoefte zijn aan overleg bij een plotselinge terugval van de patiënt.’

Ook de huisartsenpost wordt geïnformeerd. Ter Braak: ‘Krijgt een patiënt een acute klacht en wordt daarvoor de huisartsenpost gebeld, dan moet ook daar de dienstdoende arts op de hoogte zijn van het beleid en van de gemaakte afspraken.’ Verder worden ook afspraken gemaakt met de verpleegkundige van de thuiszorg en met de apotheken.