Community Abonneren
×

Aanspraak op het eerstelijns verblijf

Eerstelijns verblijf is een noodzakelijke schakel in het zorgsysteem. Wat is de stand van zaken?

Vanaf 2017 wordt het eerstelijns verblijf een aanspraak in de Zorgverzekeringswet. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang. Wat is de stand van zaken? Een inventarisatie van De Eerstelijns en Verenso, de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde.

Het eerstelijns verblijf (ELV) is een logisch onderdeel van het zorgstelsel, waarin de beweging ‘langer thuis’ een leidend principe is. De afbouw van de intramurale zorg gaat door en ELV is een noodzakelijke schakel in het systeem.

Wetgeving 2017

In 2015 en 2016 is er sprake van een subsidieregeling die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt uitgevoerd. Vanaf 2017 wordt het ELV een aanspraak in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De consequentie hiervan is dat zorgverzekeraars zorgplicht krijgen en voldoende zorg moeten inkopen. Gezien de overschrijding van het subsidiebudget voor ELV vorig jaar, is het de vraag of de huidige geldbronnen voldoende zijn. De Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) heeft hierover een duidelijk signaal afgegeven en heeft zelfs al geopperd om het macrobeheersinstrument specifiek voor het ELV waar nodig in te zetten. Tegelijk ontstaat daarmee voor allerlei marktinitiatieven een duidelijke blokkade om zelfs maar te starten met het ELV, omdat bij een overschrijding van het macrobudget met terugwerkende kracht gekort kan worden. Met het vroegtijdige signaal van de Nza moet zeker rekening worden gehouden, bijvoorbeeld door in de onderhandeling met de zorgverzekeraars garanties in te bouwen.

Om de rechten van individuele burgers te borgen, de indicatiestelling te stroomlijnen en de kosten toch te beheersen, is het van groot belang om de indicatiestelling eenduidig op te zetten. Daar hoort transparantie in alle fasen van besluitvorming bij. Dit geeft inzicht aan VWS, NZa, Zorginstituut Nederland, ZN/zorgverzekeraars, NPCF en aanbieders van het eerstelijns verblijf. De beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde heeft dat goed opgepakt. Er is een duidelijk advies uitgebracht. De kern is dat de huisarts in vrijwel alle gevallen de indicatiestelling doet. In nauwe samenwerking met de wijkverpleegkundige. De huisarts behandelt de patiënt zolang er sprake is van laagcomplexe zorg. Als hoogcomplexe zorg aan de orde is, kan de specialist ouderengeneeskunde de zorg overnemen. Er zijn vier invalshoeken voor opname in het ELV:

  1. Een verandering in de gezondheidssituatie van de patiënt thuis waardoor ernstig gezondheidsverlies dreigt.
  2. De mantelzorger valt (deels) uit, met als consequentie dat de patiënt niet langer thuis kan blijven.
  3. De patiënt wordt ontslagen uit een instelling waar medische zorg geboden wordt.
  4. De benodigde zorg is thuis niet doelmatig te organiseren.

Download het artikel voor een schematische weergave van het afwegingsinstrument.

Auteurs: Jan Erik de Wildt/Peter le Rütte