Community Abonneren
×

Nieuwe Zorgstandaard Kanker: ‘Inspiratie voor proactieve en coachende rol huisartsen’

De mogelijkheden van de nieuwe Zorgstandaard Kanker voor de eerste lijn.

Meer samenhang in ziektetraject en zorgketen. Meer aandacht voor zelfmanagement van de patiënt. Meer gedeelde besluitvorming tussen zorgprofessional en patiënt. Vooral dáár moet de vorig jaar gereedgekomen zorgstandaard Kanker aan bijdragen. Hoe kan de eerste lijn er concreet invulling aan geven?

‘In het NHG-Standpunt Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk adviseren wij onze leden zogeheten scharnierconsulten te voeren’, zegt NHG-voorzitter Rob Dijkstra. ‘Zie het als een reflectiemoment voor de oncologiepatiënt en de professional. Zij bespreken samen de stand van zaken in het zorgtraject en nemen de vervolgmogelijkheden door en ook de voor- en nadelen ervan. Gedeelde besluitvorming dus. Laat het duidelijk zijn: de huisarts neemt hiermee niet de plaats van de medisch specialist in. Wel is het zo, dat de huisarts doorgaans beter bekend is met de patiënt en diens omgeving en geschiedenis. Dat helpt een goede beslissing te nemen over bijvoorbeeld iemands nazorg.’

Het NHG-Standpunt waar Dijkstra naar verwijst (medio 2014 goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van het NHG), is een direct voortvloeisel van de zorgstandaard Kanker, die vorig jaar is aangeboden aan het Zorginstituut Nederland voor opname in het kwaliteitsregister. De zorgstandaard Kanker is ontstaan dankzij een initiatief van KWF Kankerbestrijding, Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en Levenmetkanker, belangenbehartiger van oncologiepatiënten.

Brigitte Gijsen was betrokken bij de totstandkoming ervan. De senior adviseur oncologische zorg van IKNL was secretaris van de werkgroep die de stuurgroep adviseerde en de tekst opstelde over inhoud en organisatie van de oncologische zorg. De andere werkgroep richtte zich op zelfmanagement en individuele zorgplannen.

Gijsen vertelt over de wenselijkheid van de zorgstandaard Kanker: ‘Ons land heeft een grote populatie van (ex-)patiënten met deze ziekte. Mede dankzij de steeds betere geneeskundige zorg overleeft 61 procent van de patiënten de aandoening. Daarmee is een grotere groep ontstaan die vaak ook zorg nodig heeft ná de kankerbehandeling. Bovendien is kanker een complexe ziekte met een complex zorgtraject. Er zijn meer dan honderd vormen van de ziekte.’ Zij vervolgt: ‘De initiatiefnemers van de zorgstandaard Kanker stond bevordering van patiëntgerichte en integrale zorg voor ogen. Wij streefden onder meer naar concretisering van samenwerking tussen zorgprofessionals onderling én tussen zorgprofessionals en patiënten. Goede overdracht van de tweede naar de eerste lijn is bijvoorbeeld belangrijk, omdat professionals in de eerste lijn steeds vaker (ex-)oncologiepatiënten te zien krijgen. Denk aan de huisarts, diëtist, fysiotherapeut en psycholoog. Zij kunnen de patiënt bijvoorbeeld ondersteunen tijdens diens arbeidsreïntegratie of bij de verbetering van levenskwaliteit.’