Community Abonneren
×

Wijkverpleegkundige als zelfstandige professional naast de huisarts

Opsplitsing van AWBZ in WLZ, Zvw en Wmo. Benodigde maatregelen voor succesvolle nieuwe rol van de wijkverpleegkundige.

De AWBZ verdwijnt en wordt opgesplitst in de Wet Langdurige Zorg, Zorgverzekeringswet en Wmo. Dit heeft ook consequenties voor de wijkverpleegkundige zorg. De Eerstelijns analyseert de effecten hiervan op de eerstelijnszorg in 2015 en 2016. En geeft een overzicht van maatregelen die noodzakelijk zijn om de nieuwe rol van de wijkverpleegkundige tot een succes te maken.

Het doel van de wetswijzigingen, waarbij de AWBZ verdwijnt en wordt opgesplitst in de Wet Langdurige Zorg (WLZ), Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wmo, is om de kwaliteit en samenhang van de zorg te verbeteren, de toegankelijkheid te garanderen en doelmatigheid te stimuleren. De transitie komt visueel tot uitdrukking in het schema dat in het artikel staat.

Eén van de nieuwe rollen van de wijkverpleegkundige is dat ze de verbinding maakt en een schakelfunctie heeft tussen de verschillende domeinen: medisch-, zorg-, sociale en welzijnsdomein. In de Zvw krijgt de wijkverpleegkundige een zelfstandig bevoegde en onafhankelijke functie naast de huisarts. De bekostiging van de wijkverpleegkundige verandert per 2015 en 2016 en kent net als de huisarts een “segmentenmodel”.

Segment 1 richt zich op het collectief in een wijk. Vooral “zwakkere” wijken met een lage sociaal-economische status (SES), veel kwetsbare ouderen of chronisch zieken, kunnen op extra wijkverpleegkundige beschikbaarheid en toezicht rekenen. Omgerekend is er gemiddeld drie euro per burger in Nederland beschikbaar, maar naar verwachting zal de wijkverpleegkundige beschikbaarheid binnen de 43 Wmo-regio’s gericht verdeeld worden waardoor “achterstandswijken” op een hogere inzet kunnen rekenen, dan de “betere wijken”. Binnen één Wmo-regio is er één zorgverzekeraar (zogenoemde representatiemodel) die verantwoordelijk is voor de inkoop van deze “niet-toewijsbare zorg”, in nauwe afstemming met de gemeenten. Dit blijft zo, ook in 2016.