Community Abonneren
×

Goede verwijsinformatie van nut bij monitoring substitutie

NIVEL publiceert landelijk representatieve verwijscijfers die van nut zijn bij het monitoren van substitutie van zorg.

Jaarlijks publiceert het NIVEL landelijk representatieve verwijscijfers, dit jaar voor het eerst op basis van gegevens uit ZorgDomein. Deze cijfers kunnen huisartspraktijken inzicht geven in hun eigen verwijsgedrag ten opzichte van het landelijke beeld. Maar er is nog veel meer mogelijk met deze gegevens: het kan bijvoorbeeld ook van nut zijn bij het monitoren van de substitutie van de zorg.

Het landelijke zorgbeleid is er op gericht meer zorg in de eerste lijn te laten plaatsvinden en minder in de tweede lijn. Om substitutie te kunnen monitoren, is informatie nodig over zorggebruik in de tweede lijn én in de eerste lijn. Voor welke klachten en aandoeningen verwijst de huisarts naar de tweede lijn en wordt dit inderdaad minder? En welke veranderingen vinden er plaats sinds de invoering van de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg in 2015? Plaatsen huisartsen zelf nog spiraaltjes, of verwijzen ze hiervoor door naar de gynaecoloog nu het tarief voor deze verrichting omlaag is gegaan van 55 euro naar 18 euro, in ruil voor een verhoging van het inschrijftarief? NIVEL Zorgregistraties is mede opgezet om deze vragen te kunnen beantwoorden. In dit artikel beschrijven we welke gegevens verzameld worden om substitutie in de zorg te kunnen monitoren.

Substitutie kan worden gemonitord door declaratiegegevens van zorgverzekeraars te combineren met zorggegevens van huisartsen. In een recent verschenen artikel in Huisarts en Wetenschap nr. 58 (2015) wordt op deze manier gekeken naar variatie tussen huisartspraktijken in het zorggebruik van astmapatiënten in de tweede lijn. Om te bepalen of patiënten behandeld werden in de tweede lijn, zijn declaratiegegevens van DBC’s (diagnose-behandelcombinaties) gebruikt. Die declaratiegegevens lopen echter achter bij de werkelijkheid, omdat declaraties pas na afsluiting van een DBC kunnen worden ingediend. Een alternatief is gebruik te maken van gegevens over verwijzingen. Patiënten die worden verwezen, zullen die verwijzing immers meestal ook gebruiken. Het voordeel van het gebruik van verwijsgegevens is dat deze veel sneller beschikbaar zijn dan declaratiegegevens.