Community Abonneren
×

BTW-circus voor zorggroepen

BTW-kwestie zit de eerstelijnszorg dwars.

De rechtbank in Breda heeft zorggroep RCH Midden-Brabant recent veroordeeld tot het alsnog betalen van BTW over de overhead. Vanaf 2016 is er een vrijstelling voor zorggroepen en gezondheidscentra. Wat is de logica hierachter?

Al jarenlang is er discussie over de vraag of er BTW van toepassing is op de overhead van zorggroepen en gezondheidscentra. Het betrof de GEZ-module, overhead vergoeding of een geïntegreerd tarief (DBC). De ministeries van VWS en Financiën hebben hierop geen afgestemd beleid gevoerd. Want zorggroepen en gezondheidscentra zijn maatschappelijk nuttige organisaties, die bij veel chronische ziekten in staat zijn om substitutie te realiseren. Goedkopere zorg dicht bij huis. Dat is kabinetsbeleid. De substitutie komt uit het duurdere medisch-specialistische circuit. Medisch specialisten hoeven geen BTW te betalen over de zorg (DBC). Er is dus een gewenste maatschappelijke ontwikkeling, succesvol beleid van VWS. Maar duurdere ziekenhuizen behouden hun BTW-voordeel, terwijl de goedkopere eerstelijnszorg BTW moet gaan betalen. Tot 2016. Het level playing field is ongelijk.

Deze kwestie speelt al jaren en eerstelijnsorganisaties en zorgverzekeraars hebben er soms harde contractuele afspraken over gemaakt of er zijn zachte toezeggingen gedaan. Eind april gaat InEen hierover in gesprek met Zorgverzekeraars Nederland (ZN). ZN lijkt bereid tot een pragmatische oplossing voor de schade uit het verleden. De BTW-kwestie zit de eerstelijnszorg desondanks flink dwars. Niet in het minst door de hoge adviseurskosten die worden gemaakt om het behoud van rechten te bepleiten.
Vanaf 2016 geldt een vrijstelling voor zorggroepen en gezondheidscentra. Hoe deze precies wordt uitgewerkt is niet geheel duidelijk, want de definitieve regeling is nog niet opgesteld.

Auteur: Mr.Theo Bisschops,
 directeur RCH Midden-Brabant en fiscalist
Jan Erik de Wildt,
 directeur De Eerstelijns