Community Abonneren
×

Overheid, neem verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars terug en regel substitutie

Gemaakte afspraken werken niet en zorgverzekeraars maken verantwoordelijkheid niet waar substitutiemonitor.

De eerste substitutiemonitor is gepresenteerd. In juli 2013 is afgesproken dat de zorgverzekeraars (ZN) een monitor zouden maken. In april 2015 is deze openbaar geworden: 21 maanden na de afspraak in het Bestuurlijk eerstelijns akkoord. Is dit ook meteen de laatste monitor?

De gemeten substitutie is dusdanig laag dat de substitutiemonitor van ZN helemaal niet nodig is. Dat minister Schippers de kwalificatie “bemoedigend” hanteert voor de resultaten is nauwelijks geloofwaardig. De monitor focust op substitutie van ziekenhuizen en ggz naar huisartsenzorg- en multidisciplinaire bekostiging. Het geschatte substitutiebedrag is bedroevend. Slechts 16,9 miljoen euro extra (75 procent uit de medisch-specialistische zorg en 25 procent uit de ggz) in huisartsen- en multidisciplinaire zorg waar het macrobudget 3.092 miljoen euro bedraagt, ofwel 0,55 procent. Afgezet tegen het gehele budget van de eerstelijnszorg van 4.900 miljoen euro is het percentage nog lager.

Het is toch wonderlijk dat substitutie al jarenlang een issue is. De Eerstelijns en Jan van Es Instituut organiseerden hier in 2011 al een landelijk congres over. En dan nu dit teleurstellende resultaat. Daarmee kunnen we concluderen dat gemaakte afspraken niet werken en dat zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid niet waarmaken. Waarbij de overheid met de convenanten de eigen financiën wel bewaakt, maar het financiële risico doorschuift naar de zorgaanbieders. De monitor kan dan meteen weer in de kast, want die is – zoals men zelf aangeeft – niet compleet en onvolledig. Daarnaast blijft het een schatting vooraf (ex ante) waarbij het nog maar de vraag is of zorg achteraf verplaatst is (ex post). Om patiëntenstromen te meten is het veel beter om te kijken naar de basale principes van matched care en stepped care. Dan is sturing mogelijk en kan geld de zorg volgen. De substitutiemonitor, die pas na ruim twee jaar betrouwbare uitkomsten geeft, heeft voor inzicht bij contractering geen toegevoegde waarde om dit proces te versnellen. We laten de substitutiemonitor verder buiten beschouwing en leggen de focus op het thema substitutie zelf.

Bij het sturen van zorgverplaatsing zijn op de drie deelmarkten drie partijen betrokken, onder aanvoering van het ministerie en haar toezichthouders. Je kunt de eerstelijnszorg niet verantwoordelijk stellen voor harde afspraken met ziekenhuizen en medisch specialisten. De substitutiemonitor constateert dat “de exploitatiebelangen van de tweede lijn substitutie verhinderen”. Dat is een understatement. Bij elke zorgorganisatie spelen eigen belangen een rol en belemmeren zo “de juiste zorg op de juiste plaats door de juiste persoon voor de juiste prijs”. Enkele dappere dokters en bestuurders daargelaten. Zorgverzekeraars hebben formeel de verantwoordelijkheid om substitutie te stimuleren of af te dwingen, maar zijn net zo bang voor imagoproblemen als ziekenhuizen. Je kunt de eerstelijnszorg wel aanspreken op het maken van inhoudelijke transmurale afspraken (LTA), maar voor een goede uitvoering komt heel wat meer kijken.