Community Abonneren
×

Maatregelen voor het versterken van de eerstelijnszorg

Sterke eerstelijnszorg vereist meer dan het schuiven met budgetten; lees de analyse van De Eerstelijns

In de politiek lijkt de tijd rijp om vóóraf met budgetten te schuiven: van het kader medisch-specialistische zorg naar het kader eerstelijnszorg, in het bijzonder naar huisartsen- en multidisciplinaire zorg en wellicht naar wijkverpleging. Maar is dat voldoende om substitutie van zorg te laten slagen?

In 2013 hadden politiek en koepels een duidelijke ambitie om de eerstelijnszorg te versterken. De groeiruimte van 1,5 procent kon door substitutie toenemen tot 2,5 procent, was de verwachting. Zorggroepen en gezondheidscentra stonden klaar voor de uitbreiding van ketenzorgprogramma’s en substitutieprojecten. Terugkijkend moeten we vaststellen dat de versterking van de eerstelijnszorg niet of nauwelijks is gerealiseerd.

Resultaten

In 2015 is het totale macrokader huisartsen- en multidisciplinaire zorg ten gevolge van de substitutiemonitor met ca € 25 miljoen uitgebreid. Maar het macrobudget is onderschreden met € 106 miljoen. Ook in 2016 is de raming van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) dat het macrokader met 70 miljoen is onderschreden, waarbij S2 met € 40 miljoen is overschreden. De afsprakenmonitor  levert geen of nauwelijks inzichten op en dus is het macrobudget 2017 nagenoeg ongewijzigd.

Consequenties

Verzekeraars hebben het beschikbare budget voor de eerstelijnszorg niet opgemaakt, terwijl er wel meer zorg verleend wordt door de eerstelijnszorg. Dat betekent dat vooral de huisartsen meer zijn gaan doen voor minder geld. Bij de introductie van het segmentenmodel heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gesteld dat om aan het norminkomen voor een huisarts te komen, integrale uurlonen nodig zijn in S2 en S3.  Die zijn er veelal niet gekomen en daar zijn individuele huisartsen de dupe van.

De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat ook zonder contract ketenzorg geleverd kan worden, kan op de korte termijn een alternatief bieden voor huisartsen. De NZa heeft aangegeven voor 2018 nog met een (vrij) tarief te komen.

Doemscenario

Er zijn zorgverzekeraars die er een andere visie op nahouden als het gaat om de huidige en innovatieve programmatische zorg. Zij stoppen of beperken hun investeringen hierin.

Als dat doorzet en de programmatische zorg ontmanteld wordt, vallen we terug op de versnippering van voorheen. We moeten het dan stellen zonder georganiseerde inkoopmacht vanuit eerstelijnszorggroepen en gezondheidscentra. De huisartsenzorg zal dan binnen vijf jaar sterk geërodeerd zijn door kwaliteitsverlies en arbeidsmarktproblemen. Nederland verliest dan een van de kroonjuwelen van haar gezondheidssysteem. In dit scenario nemen de ziekenhuizen de regie over en wordt de medisch georiënteerde gezondheidszorg nog dominanter en duurder. Het goede nieuws is dat het tij nog kan worden gekeerd.

Auteur: Jan Erik de Wildt

Download het volledige artikel hier: